|
||||||||
|
93 is ze intussen, maar je kunt van Omara Portuondo niet zeggen dat ze er niet meer staat. Op haar nieuwste hoor je natuurlijk wel dat de jaren haar stem niet meteen gespaard hebben, maar nog altijd klinkt die stem geweldig. De formule is even vernuftig als pakkend: een aantal zangers en zangeressen bewijzen haar de eer die ze verdient, nu ze nog leeft en dat deden ze, in pandemie-tijden, elk vanop hun Covid-schuilplaats, waarna het internet en producers Pedro Pablo Cruz en Gabby Moreno de rest deden en één en ander aan elkaar lasten, met een heerlijk klinkende drie kwartier op en top Cubaanse muziek als resultaat. De titel vn de plaat is niet toevallig gekozen: Omara zingt haar lof aan “Het Leven” in alle toonaarden uit en je kunt overal aan horen dat ze bijzonder verguld is met wat dat leven haar gebracht heeft: fans over de hele wereld, muzikale vrienden uit de vier windstreken en vooral…een leven dat in het teken van de muziek stond en nog steeds staat. Omara is aan haar achtste decennium in de business bezig en zo te horen is ze van blan de honderd te halen. Nu, als je, zoals zij, een beroep kunt doen op mensen als Raphael, Keb’ Mo, Andy Montañez, Gonzalo Rubalcaba, Natalia Lafourcade en Ruben Blades, dan moiet het natuurlijk een plezier zijn om, zelfs al ben je fysiek niet in dezelfde ruimte, een project als dit neer te zetten. Wat de songkeuzen betreft, werd niet te ver gezocht: het repertoire van Omara is ruimschoots toereikend om er een “winnende elf” uit te selecteren. Niet dat Omara al deze songs vroeger al opnam, maar ze behoren wel allemaal tot het repertoire dat het hare is en daar zitten best wel enkele erg aangename verrassingen tussen. Zo herken je “Now” meteen, misschien niet als het nummer dat Lena Horne in 1963 een beetje onsterfelijk maakte, maar wel als de Hebreeuwse klassieker “Hava Nagila” en net zo klinkt “Gracias a la Vida” -hier samen met de Mexicaanse Natalia Lafourcade- helemaal niet zoals we het nummer leerden kennen via wijlen Violeta Parra en vooral Mercedes Sosa-, maar met de blik en de bijhorende stemklank van een oude vrouw, die tevreden terugkijkt. “Se Feliz” kwam destijds tot bij ons via Luz Casal en wordt hier erg fraai hernomen met de hulp van Keb’ Mo, wiens gitaarklank bijwijlen zelfs aan Ry Cooder doet denken. Je kunt, Omara zijnde, onmogelijk voorbij aan een groot componist als Alberto Vera en dus passeren ook “Duele” en “Lo Que Me Queda por Vivir” de revue, het ene met bijstand van Pianist Rubalcaba, het andere met de stem van Raphael. Voor “Como La Cigarra”, dat geweldige nummer van de Argentijnse Maria Elena Walsh, werd de stem opgenomen van Susana Baca, Peruviaanse superster en gewezen Cultuurminister van haar land. Met de toevoegingen van heerlijke klanken van de toetsen van Sergio Mendoza en de trompet van Jacob Valenzuela -zie “Calexico” en “Orkesta Mendoza”- krijgt de plaat een bijkomend latino-tintje en dan heb ik nog niet eens "Me Toca” vermeld. Dat nummer van Alexis “Cuba” Puentes is voor mij het onbetwistbare hoogtepunt van deze plaat: radiovriendelijk tot en met en daarenboven in een overheerlijk arrengement gestoken, dat de stem van Omara helemaal tot haar recht laat komen, zeker in combinatie met die van het jonge Mexicaanse talent dat Carlos Rivera is. Kortom: een bijzonder fijne plaat van een hele grote dame, op wie de jaren nauwelijks vat lijken te krijgen. Een mens kan daar alleen maar een beetje jaloers naar kijken en luisteren…. (Dani Heyvaert)
|